Matt 9: 14-15



matt9

Niet de Farizeeën maar de leerlingen van Johannes de doper stellen Jezus de vraag naar het vasten. Vasten stond in beide groepen in het teken van rouw en boetedoening. Vandaar de vraag: waarom vasten uw leerlingen niet ? In zijn antwoord plaatst Jezus het vasten in een totaal ander kader: in het teken van blijdschap en vreugde, omdat het rijk van God dichterbij is gekomen. Op een bruiloftsfeest kun je toch niet vasten (treuren) terwijl de feesteling bij je is ? In de periode van het wachten op het heil heeft vasten zin. Ook later, in de tijd na
Jezus‘ dood, als de bruidegom weg is genomen, zullen zij vasten. Uit het leven van de oude christengemeenten blijkt dit. In de jaren zestig is het vasten binnen de kerk in onbruik geraakt. Zoals aan vele gebruiken die tot een zekere sleur waren geworden, kwam aan het vasten een eind toen een golf van vernieuwing door de kerk trok. Momenteel is het vasten weer in opkomst. Mensen waken en vasten uit een verlangen  naar vrede en recht. We horen van hongerstakingen, vasten uit protest tegen een begaan onrecht of opdat gerechtigheid moge geschieden. Er wordt gevast uit solidariteit met de velen, die gedwongen vasten    
omdat hen gewoon het voedsel ontbreekt. En mensen vasten om zich voor te bereiden op een zeer belangrijke beslissing in hun leven.We vinden dit vasten ook terug in het evangelie: voordat Jezus Zijn optreden begint vast Hij veertig dagen en nachten in de woestijn. Tot slot vasten ook mensen om hun lichaam te reinigen van kwade stoffen. Zo zien we het vasten op vele manieren terugkere , deels in de lijn van vroegere praktijken, deels binnen een heel nieuw kader, zoals Jezus  het in zijn tijd ook in een nieuw kader plaatste.We mogen en kunnen daar blij mee zijn. Het kan onze innerlijke geloofsvisie verrijken op weg naar Pasen.