Van ’t vroeglicht tot de dageraad


dageraad1
Van ’t vroeglicht van de dageraad
tot waar de zon weer ondergaat
zingt elk de koning Christus eer,
het kind der maagd is onze Heer.

De wijze koningen van ver,
zij volgden de verheven ster,
zij zijn van licht tot licht gegaan
en boden God geschenken aan.

Het hemels lam stond wit en licht
In ‘t zuiver water opgericht.
Met onze schuld heeft Hij gestaan
als dopeling in de Jordaan.

U met de Vader en de Geest,
o Heer die op het heilig feest
van heden ons verschenen zijt,
zij lof en eer in eeuwigheid.