De Emmaüs gangers


emmaus
We liepen moeizaam al maar verder voort,
de lange, troostloze weg van ’t leven.
We hadden van het wonder wel gehoord,
maar ’t lege graf kon ons geen vreugde geven.

Ja zelfs, toen Jezus ons terzijde trad
En duidelijk ’t oud profetenwoord verklaarde.
werd ons bezwaarde hart gehouden dat het Hem,
Als d Ópgestane, niet ontwaarde.
 
Maar toen we samen aan het Avondmaal,
de gaven van zijn Brood en Wijn ontvingen,
verstonden wij de sprake van die taal.

Het was of onze ogen open gingen,
we zagen Hem bij ’t feestelijk onthaal
en toen begon ons hart te zingen.

Geschreven door Gerard G. Ruissen,

Ingezonden door Suzan de Boe