Marcus 10: 46-52


marcus10

Langs de weg van Jericho naar Jeruzalem zit een blinde mens. De weg loopt omhoog. Het is de opgang van chaos naar orde, van troostbaarheid naar perspectief. Van Egypte naar Kanaän, de weg van Abraham en Mozes, van Jezus naar ons. Deze weg is kortom het beeld van onze roeping: de samenleving ontdoen van haat, duistere donkere machten. Jezus, het woord van God, gaat die weg en terzijde daarvan zit de gemeente. Zij is blind en in haarzelf gevangen.
marcus2
Daarom bevindt zij zich niet op de weg: ze is ervan afgedwaald. Dat doet zij keer op keer.In niets onderscheidt zij zich van Israël als het overspelig was tegenover de Verbondspartner. De enige die haar ziende maakt, is Hij die door Zijn woord haar wijst op de weg, de verlamming en de blindheid, als een mantel om haar heen geslagen, wegneemt en haar weer op de been helpt. Als het woord tot ons komt op de weg, zullen wij aandachtig zijn. Als we horen, dat het Jezus de Nazarener is zullen we roepen om die ontferming. Die God die zijn bondgenoot betrachtte, toen Hij zijn uitverkorene voor het eerst uit de wateren van de chaos riep tot een hoopvol teken voor de volkeren. Doe ons uw gemeente horen en zien: Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U. En hoe meer angst om te doen en eigenbelang te beschermen ons trachten te weerhouden om opnieuw de weg te betreden, des te luider zullen we roepen. Dan komt het Woord tot ons. Het laat zich horen ! We weten waaraan het ons schort: meester, dat we ziende mogen worden. Als we echt vertrouwen op Hem, die juist aan ons Zijn woord schenkt om het te doen, zal het leven in ons terugkeren. Ga heen, zegt Jezus, uw geloof heeft u behouden Terstond, want het Woord werkt direct, zullen we zien en Jezus volgen op de weg omhoog.